Een paar weken geleden maakte de bibliotheek in Rotterdam bekend, dat het gaat werken met een gratis abonnement voor Rotterdammers. Startdatum 1 mei. Op die manier moeten alle Rotterdammers de gelegenheidkrijgen kennis tot zich te nemen en dat is toch een prima plan?
Op de radio hoorden we dit fragment; hoe wordt dat precies betaald?
Het menselijke gezicht van de zorg verdwijnt steeds verder uit beeld, zo blijkt uit het verhaal van hospice De Vier Vogels in Rotterdam. Na ruim twintig jaar moeten zij de deuren sluiten. Niet vanwege gebrek aan behoefte —de wachtlijsten groeien — maar vanwege een financiële aderlating opgelegd door zorgverzekeraar Zilveren Kruis. De vergoeding voor verpleegkundige zorg werd fors verlaagd.
Verspreid door het land dreigen tientallen hospices te bezwijken onder de druk van kostenbesparing. Precies op het moment dat de vergrijzing toeneemt en de nood aan palliatieve zorg groeit, worden instellingen die zorg bieden in de laatste levensfase financieel uitgekleed.
Koepelorganisatie VPTZ luidt terecht de noodklok. De bezuinigingen raken niet alleen instellingen, maar bovenal mensen. De dagen voor het sterven vragen om rust, waardigheid en nabijheid — precies wat hospices mogelijk maken. Bezuinigingen gaan daarbij niet helpen.
Staatssecretaris Vicky Maeijer zegt in gesprek te zijn met de sector. Dat is een begin, maar is het genoeg?
In de regio Rotterdam vonden de afgelopen weken meerdere schokkende incidenten plaats waarbij jonge kinderen betrokken waren bij steek- of vuurwapengeweld. Artsen van het Erasmus MC luiden nu de noodklok. In een dringende oproep vragen zij aandacht van de overheid voor het groeiende probleem van jongeren die met messen of vuurwapens rondlopen.
Sinds 2010 houdt het ziekenhuis bij hoeveel patiënten binnenkomen met verwondingen als gevolg van wapengeweld, en de cijfers liegen er niet om: het aantal slachtoffers stijgt. Wat daarbij extra verontrustend is, is dat veel van deze jongeren niet alleen slachtoffer zijn, maar later ook dader blijken te worden. Dat maakt ingrijpen – en vooral vroegtijdig ingrijpen – cruciaal.
De PvdA, die de zorgen van de artsen aankaart, legt het college een aantal dringende vragen voor. Allereerst: herkent het stadsbestuur het geschetste beeld? Heeft men in beeld wie deze jongeren zijn, en wat hen tot dit gedrag drijft? En minstens zo belangrijk: wat gebeurt er met jongeren die, na een traumatische ziekenhuisopname, weer naar huis gaan? Krijgen zij de begeleiding die nodig is om niet verder af te glijden?
Ook wordt gevraagd naar de bereidheid van slachtoffers en hun omgeving om aangifte te doen. Want als het aantal aangiftes achterblijft bij het aantal slachtoffers, schuilt daar een probleem. Wat doet de gemeente om de drempel voor aangifte te verlagen?
In het programma Nieuwsuur benadrukte hoogleraar jeugdcriminologie Frank Weerman (bekend van dit literatuuronderzoek) dat een structurele aanpak nodig is. Volgens hem ligt de sleutel bij langdurige projecten die zich richten op de oorzaken van het probleem. Dus niet alleen straffen of handhaven, maar vooral investeren in kinderen die worstelen met psychosociale problemen. De stad moet hen perspectief bieden voordat het te laat is.
De gemeente zet al in op programma’s zoals Preventie met Gezag, een aanpak die bewezen effect heeft. Maar nu geweld onder jongeren extremer lijkt te worden, rijst de vraag: moet die aanpak worden bijgesteld? Zijn er daarnaast andere initiatieven die jongeren weerbaarder maken tegen de aantrekkingskracht van wapens en geweld?
Een opvallend punt uit het debat: de rol van ziekenhuizen. Want als blijkt dat slachtoffers van vandaag de daders van morgen kunnen worden, dan moet de hulpverlening bij het ziekenhuisbed beginnen. De vraag is dan ook of die directe ondersteuning momenteel structureel wordt geboden – en zo niet, of het college bereid is hierin met ziekenhuizen samen te werken.
Wat deze kwestie duidelijk maakt, is dat het hier niet alleen om veiligheid gaat, maar ook om zorg, perspectief en vertrouwen. Jongeren met wapens zijn niet geboren als geweldenaars. Vaak schuilt er een achtergrond van verwaarlozing, angst of uitzichtloosheid achter hun gedrag.
Wat is de oplossing: hardere handhaving, of juist meer zorg en begeleiding?