Slimme robot bij de Rotterdamse rechtbank

Wat als een deel van het vonnis in een strafzaak straks niet meer door een mens, maar door een computer wordt geschreven?

Bij de Rechtbank Rotterdam is dat scenario geen sciencefiction meer, maar realiteit. In een proefproject wordt kunstmatige intelligentie ingezet als schrijfhulp bij het opstellen van strafvonnissen. Niet om te beslissen over schuld of straf – dat blijft het domein van de rechter – maar om de standaardonderdelen sneller, consistenter en efficiënter te verwerken.

De AI haalt informatie uit eerdere zaken en voegt op basis daarvan suggesties toe, die de rechter kan gebruiken of negeren. De bedoeling: minder administratieve druk, meer ruimte voor inhoudelijk denkwerk. Een digitale griffier dus, die met één klik helpt structureren.

Toch schuurt het ergens. Want waar ligt de grens tussen hulp en invloed? En blijft de menselijke maat wel overeind als een vonnis deels voortkomt uit algoritmisch redeneren? In een tijd waarin vertrouwen in de rechtspraak niet vanzelfsprekend is, kan zo’n technische ingreep bij sommige mensen zorgen oproepen.

Anderen zien vooral kansen: minder werkdruk, snellere procedures, en een rechtspraak die met haar tijd meegaat. Maar stel je voor dat jij daar zit, tegenover de rechter – wil je dan dat ook een stukje software meepraat in jouw oordeel?

Wat vind jij: slimme zet of een stap te ver?