Obstakels bij het autodelen in Rotterdam?

Hoe populair is autodelen tegenwoordig? Wie kiest ervoor om de auto te delen met buren of vrienden. Redenen waarom het te doen kunnen zijn dat het duurzamer is. Goedkoper en misschien in een stad als Rotterdam – waar elke vierkante meter telt – ook slimmer. Maar faciliteert de gemeente Rotterdam het autodelen voldoende?

Op 11 februari stelde raadslid M.H. Biljoen van GroenLinks schriftelijke vragen aan het college. De kern van de vragen: als Rotterdam écht serieus is over deelmobiliteit, dan moeten “onnodige obstakels” verdwijnen. Zo mogen in buurtparkeergarages maximaal twee toegangspassen per auto worden aangevraagd. En dat frustreert mensen die samen een auto willen delen, omdat de pas telkens van hand tot hand moet.

Het college erkent de barrière, maar wijst op een andere zorg: overlast. Extra passen zouden meer mensen toegang geven tot garages, wat kan leiden tot rommel en ongewenst gebruik. Volgens de gemeente zijn er garages waar dit al gebeurt, vooral als mensen de garage gebruiken als doorgang naar een andere straat.

Toch is het niet zo dat Rotterdam niets doet. Er is ruimte voor maatwerk: wie meer dan twee passen nodig heeft, kan een verzoek indienen. Vooralsnog gebeurde dat slechts één keer, en dat is ook meteen het argument van de gemeente om de huidige regels niet breed aan te passen. Voor grotere stappen – zoals een zogenaamd deelabonnement met passen voor meerdere gebruikers – moet eerst duidelijk worden of de vraag toeneemt.

Een ander heikel punt is dat commerciële deelauto-aanbieders parkeergarages vermijden. Ze vinden deze locaties onaantrekkelijk omdat auto’s daar minder zichtbaar zijn en de toegang moeilijker is. Zij pleiten daarom voor deelauto-hubs op straatniveau, net als bij deelscooters en -fietsen. De gemeente zegt hiernaar te kijken, maar wijst op het spanningsveld tussen ruimte op straat, toegankelijkheid en eerlijke concurrentie met privéauto’s.

Wat betekent dit voor Rotterdammers? Allereerst: autodelen wordt niet actief tegengewerkt, maar het wordt ook nog niet actief makkelijk gemaakt. En dat is zonde. Want wie wel eens over de stoep moet slalommen tussen geparkeerde auto’s, weet: Rotterdam heeft meer lucht, ruimte en alternatieven nodig.

De gemeente noemt plannen om toekomstige parkeergarages – zoals bij P+R Meijersplein – geschikter te maken voor deelmobiliteit. Ook denkt het college na over straatniveau-hubs. Maar de vraag is: komt de uitvoering snel genoeg?

Het delen van de auto met andere Rotterdammers: is dat iets voor jou?

Je auto opladen in Rotterdam:

Stel je voor: je wilt graag groener rijden, maar woont in een flat zonder eigen oprit. In Rotterdam betekent dat simpelweg dat je je elektrische auto niet thuis mag opladen, en dus volledig bent aangewezen op publieke laadpalen. En die zijn een stuk duurder – tot bijna het dubbele van de stroomprijs thuis. Een gemiddelde Rotterdamse automobilist betaalt daardoor jaarlijks tussen de 675 en 1.125 euro méér, puur omdat hij geen eigen parkeerplek heeft.

De gemeente gaat later dit jaar de laadpalen opnieuw aanbesteden. Een mooi moment, vinden sommigen, om de tarieven eerlijker te maken – bijvoorbeeld door grootschalige energie-inkoop of dynamische prijzen die meebewegen met zon en wind. Want als we écht willen dat iedereen meedoet aan de energietransitie, dan moet elektrisch rijden niet alleen schoon, maar ook betaalbaar zijn. Wat vindt ú: zou de gemeente de stroom zelf moeten inkopen (stroomprijs volgens Independer hier) voor een beter prijskaartje?