Tekort aan opvangplekken zet Rotterdamse crisisopvang onder druk

Ondanks dat Rotterdam officieel voldoet aan de internationale richtlijnen voor het aantal opvangplekken voor slachtoffers van huiselijk geweld, blijkt uit recente cijfers en gemeentelijke antwoorden op raadsvragen dat in de praktijk op piekmomenten in de instroom er soms geen directe opvangplek beschikbaar is.

In antwoord op schriftelijke vragen van raadslid C. Aafjes-van Aalst (Leefbaar Rotterdam) erkent het college dat de druk op opvanglocaties toeneemt. In het eerste kwartaal van 2025 was sprake van een opvallend hoge instroom. De bezettingsgraad in 2024 lag al rond de 85%. Op momenten van hoge instroom wordt uitgeweken naar alternatieve opvangvormen, zoals hotels of andere tijdelijke locaties.

Rotterdam beschikt over 102 opvangplekken, waar volgens het Verdrag van Istanboel 90 plekken volstaan. Toch ontstaan knelpunten in de doorstroming. Slachtoffers verblijven vaak langer dan de beoogde twaalf weken in de crisisopvang. De wachttijd voor een sociale huurwoning bedraagt gemiddeld 4,5 maand na urgentieverlening, wat het systeem vertraagt.

Ook de vervolgopvang is niet altijd direct beschikbaar. De gemeente werkt samen met opvangorganisaties aan een ontwikkelagenda om dit soort knelpunten te verhelpen. Onder meer wordt gekeken naar het verbeteren van instroomprocedures en het versnellen van uitstroommogelijkheden.

Een opvallend cijfer uit 2024: de instroom in de crisisopvang nam met 26% toe ten opzichte van het jaar ervoor. Zowel het aantal volwassenen als kinderen dat een plek nodig had, steeg fors. Tegelijkertijd stegen ook het aantal meldingen en adviezen bij Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR), met respectievelijk 9,7% en 19,3%. Die toename wijst volgens de gemeente deels op het groeiende bewustzijn en het afnemende taboe rondom huiselijk geweld.

Hoewel slachtoffers in principe binnen hun eigen regio worden opgevangen, worden zogenaamde ‘code rood’-cliënten — mensen die vanwege veiligheid elders moeten verblijven — ook buiten de regio geplaatst. Rotterdam ontvangt zelf eveneens slachtoffers van buiten de regio, maar volgens het college leidt dit niet tot extra druk op de capaciteit.

Leefbaar Rotterdam uitte in de raad haar zorgen over de toenemende druk op de opvang. Het college deelt die zorgen en benadrukt dat huiselijk geweld hoog op de prioriteitenlijst staat. Toch blijkt uit de cijfers dat er nog stappen nodig zijn om slachtoffers sneller en stabieler te kunnen helpen.\