Wat zou jij doen als je door een explosie je huis verliest en vervolgens hoort dat je mogelijk nooit meer kunt terugkeren? Die vraag houdt bewoners van de Allard Piersonstraat in Rotterdam al maanden bezig. Na een explosie en brand in september 2024 zijn 14 woningen zwaar beschadigd geraakt. Maar wat begon als noodsituatie voor een deel van de straat, heeft nu gevolgen voor een heel woonblok van 65 woningen.
De SP stelde op 3 januari 2025 schriftelijke vragen aan het college, namens ongeruste bewoners. De zorgen? Geen duidelijke communicatie, weinig inspraak, onveilige portiekdeuren en onvoldoende hulp na de brand.
Woonstad, de betrokken woningcorporatie, wil het hele getroffen blok versneld renoveren. De reden: structurele problemen zoals optrekkend vocht, slechte isolatie en oude installaties. Maar veel bewoners zeggen verrast te zijn door de plannen en dachten dat alleen de verbrande woningen zouden worden aangepakt. Ze vragen zich af: waarom nu ineens het hele blok, zonder dat wij hierover mochten meedenken?
De gemeente geeft aan dat Woonstad al vóór de brand bezig was met plannen voor grootschalig onderhoud, maar dat de explosie alles in een stroomversnelling bracht. Toch erkent het college dat bewoners deze plotselinge ontwikkeling als ingrijpend ervaren. Inmiddels mogen zij meedenken over het renovatieplan dat nu wordt ontwikkeld, in samenwerking met een architect.
Wat als je weet dat je voordeur makkelijk ingetrapt kan worden? Bewoners melden al jaren dat de portiekdeuren niet voldoen aan de veiligheidsnormen. De gemeente zegt dat Woonstad hierover slechts één melding had vóór de explosie en dat er geen direct verband is vastgesteld. Tegelijk is veiligheid in de straat wel serieus genomen: er is extra verlichting geplaatst, cameratoezicht ingezet en er zijn straatinitiatieven gestart om de leefbaarheid te vergroten.
Toch blijft de vraag: is dat genoeg als bewoners zich al lange tijd onveilig voelen?
Volgens de SP voelen veel bewoners zich in de steek gelaten. Ze zouden informatie pas via de krant krijgen, en de beloofde hulp kwam volgens sommigen pas na herhaald aandringen. De gemeente somt in haar antwoord allerlei acties op: hulp van het wijkteam, inzet van Wmo Radar, ondersteuning bij verzekeringskwesties en het regelen van noodopvang. In totaal kregen zes huishoudens hulp, drie daarvan nog steeds.
Maar dan rijst de vraag: is dat alles? En hoe goed is die hulp echt geregeld voor mensen die getraumatiseerd zijn of geen netwerk hebben?
Een rode draad in de zorgen van bewoners is zeggenschap. Wanneer een woningcorporatie en gemeente besluiten nemen over jouw woonplek, hoe zorg je dan dat je stem gehoord wordt? En hoe voorkom je dat een ramp als een explosie leidt tot meer onzekerheid in plaats van herstel?
Het college stelt dat bewoners nu betrokken worden bij het verdere renovatieproces, en dat de deur naar terugkeer open blijft. Maar de tijd zal moeten uitwijzen of dat vertrouwen wederzijds is.Moet bij ingrijpende renovaties altijd eerst overleg met bewoners plaatsvinden, ook in crisissituaties? En is de nazorg in zulke gevallen voldoende, of moet het anders.